Historie Verlinden Drink and Discover
Oprichting
Wijn Verlinden startte eenvoudig. Aan de Boerenmouw onder rook van de Bossche Sint-Jan begon Gérard Verlinden in 1885 zijn wijnhandel. Zoon van de dorpsdokter uit Vlijmen, kwam hij daar terecht in een pand dat zijn vader voor hem huurde. De huisarts Jan Verlinden zal blij geweest zijn dat Gérard weer naar huis was teruggekeerd. In de voorafgaande jaren was hij de wereld ingetrokken en vond in Frankrijk werk in de wijn. Het beviel hem kennelijk, hij reisde door naar Noord-Spanje, Zuid Oost Frankrijk en via de Bourgogne naar Duitsland. Wat voor de stichter van het bedrijf de doorslag heeft gegeven zijn buitenlandse avonturen te onderbreken en naar huis terug te keren, daarvan heeft men tot op heden geen idee. Gérard leverde overwegend Duitse en Franse wijnen aan artsen en notarissen, advocaten en pastoors. Zijn klanten bediende hij in het begin per fiets of met een van de koetsjes die zijn vader voor patiëntenbezoek gebruikte. Later werd hij ook wel eens op een motor gesignaleerd. Het jonge bedrijf bleef aan de Boerenmouw tot 1907.
1907 – 1962
In dat jaar kwam het pand aan het Julianaplein gereed. Dit was veel groter, ruimer opgezet en bood de mogelijkheid aan te sluiten op een nieuwe vorm van transport: het spoor. Met het betrekken van kelders, kantoor en woonhuis legde Gérard een stevig fundament voor de toekomst van zijn bedrijf en zijn familie. Het Julianaplein zou de uitvalbasis voor Wijn Verlinden blijven tot 1961.
De grondlegger van de wijnhandel wist zijn passie voor het product niet alleen over te brengen op zijn klanten. Zijn oudste zoon Jan kwam van school en werd op 18 jarige leeftijd naar Bordeaux gestuurd. Daar legde hij relaties die hij ook in zijn verdere loopbaan zou benutten. Ondertussen werd de kelder op het Julianaplein te krap. Er moest aanvullende kelderruimte worden gehuurd in de directe omgeving. Door de crisis en de dreigende oorlog werden uitbreidingsplannen voor het Julianaplein uitgesteld. Dat had een positieve kant toen de Duitsers Wijnhandel G. Verlinden en Zn. uiteindelijk confisqueerden. Van de met grote zorgvuldigheid opgebouwde voorraden bleven drie halve flesjes over. Ook het kantoor bood een troosteloze aanblik, een leunstoel en een typemachine was alles wat er over bleef.
Na de oorlog werd met hernieuwde energie de draad weer opgepakt. Het nieuwe begin stond voor Jan Verlinden, juist vanwege de oorlog ook in het teken van samenwerken. Met collega’s richtte hij de Centrale Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren opnieuw op. Hij werd in 1950 hun eerste voorzitter. Een decennium later zou zich op internationaal vlak hetzelfde herhalen. Jan werd de eerste president van de vereniging die de internationale belangen in wijn en gedistilleerd behartigde, de F.I.V.S.
Door naast de particulieren, ook de horeca binnen het bereik van de wijnhandel te brengen maakt Jan Verlinden een opening naar een voor de toekomst zeker belangrijk segment. De groei komt ook voort uit de gerichte overname van bepaalde concurrenten wiens volume en omzet aan dat van Wijn Verlinden werden toegevoegd. De tijd dat Jan Verlinden aan het roer heeft gestaan kenmerkte zich door een persoonlijke benadering van zijn relaties en van een enorme veerkracht in moeilijke omstandigheden. Hij heette Jan, maar liet zich steevast als Poezel aanspreken.